1 Aangevulde Agenda voor de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014.

3 aa. Statenvoorstel 82/13 inzake notulen vergadering Provinciale Staten d.d. 20 september 2013

3 aa. Statenvoorstel 83/13 inzake notulen vergadering Provinciale Staten d.d. 27 september 2013.

3 aa. Statenvoorstel 84/13 inzake notulen vergadering Provinciale Staten d.d. 1 november 2013.

3 aa. Statenvoorstel 85/13 inzake notulen vergadering Provinciale Staten d.d. 15 november 2013.

4 Statenvoorstel 11/14 inzake Lijst Ingekomen Stukken voor de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014.

Bijlagen

  1. Statenvoorstel 11/14 inzake Lijst Ingekomen Stukken voor de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014. 144 KB
  2. aa. Brief 1 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende Afschrift aan Provinciale Staten van brief van FNV Bondgenoten aan Gedeputeerde Van Heugten waarin ze hun zorg uitspreken over de situatie bij Veolia in relatie tot de aanbesteding van het Openaar Vervoer die momenteel plaatsvindt in Brabant. 1.6 MB
  3. ab. Brief 2 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende Zienswijze van Stichting Brouwberg aan PS op notitie Reikwijdte en Detailniveau van de Noordoostcorridor 22 MB
  4. ac. Brief 3 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende Aanbieding aan Provinciale Staten door de Zuidelijke Rekenkamer van het door de rekenkamer vastgestelde rapport `Resultaten van het Innovatiefonds provincie Limburg`. 519 KB
  5. ad. Brief 4 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende Aanbieding aan Provinciale Staten door de Zuidelijke Rekenkamer van het door de rekenkamer vastgestelde Onderzoeksprogramma 2014. 256 KB
  6. ag. Brief 6 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende Ter informatie aan Provinciale Staten de statenmededeling over Eindejaarsbrief begroting 2013. 87 KB
  7. al. Brief 10 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende Ter informatie aan Provinciale Staten de statenmededeling over Uitvoeringsprogramma interbestuurlijk toezicht 2014. 115 KB
  8. am. Bijlage 1 bij brief 10 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende de statenmededeling over Uitvoeringsprogramma interbestuurlijk toezicht 2014. Bijlage 1 - Uitvoeringsprogramma interbestuurlijk toezicht 2014. 393 KB
  9. an. Brief 11 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende Ter informatie aan Provinciale Staten de statenmededeling over Activiteitenplan BOM 2014. 125 KB
  10. ap. Brief 12 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende Ter informatie aan Provinciale Staten de statenmededeling over Subsidieregeling voor behoud vakmanschap en werkgelegenheid in het restauratievak is vastgesteld door Gedeputeerde Staten. 103 KB
  11. ar. Brief 14 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende Verzoek gemeente Boekel om gesprek met PS inzake motie Randweg Boekel. 142 KB
  12. au. Brief 17 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende Afschrift aan Provinciale Staten van brief van Vereniging Samen voor Vught aan de Tweede Kamer Commissie Infrastructuur en Milieu om op zoek te gaan naar een integrale oplossing voor Vught en de N65 en Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) in Vught te definieren als een integraal project. 119 KB
  13. bg. Brief 25 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende Verzoek van Inwoners van Dommelen Zuid aan PS tot het nemen van maatregelen vwb de verkeersproblemen met de N69 289 KB
  14. bn. Brief 32 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende Ter informatie aan Provinciale Staten de statenmededeling over Regionale Arbeidsmarkt Monitor en arbeidsmarkt flyers. 196 KB
  15. bo. Bijlage 1 bij brief 32 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende de statenmededeling over Regionale Arbeidsmarkt Monitor en arbeidsmarkt flyers. Bijlage 1 - De arbeidsmarkt in de provincie Noord-Brabant; factsheet. 2 MB
  16. bp. Bijlage 2 bij brief 32 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende de statenmededeling over Regionale Arbeidsmarkt Monitor en arbeidsmarkt flyers. Bijlage 2 - De arbeidsmarktflyers van de 4 Brabantse arbeidsmarktregio`s 2.5 MB
  17. bq. Brief 33 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende Informatie van Kamer van Koophandel Zuidwest Nederland over afronding sluiting per 01-01-2014 93 KB
  18. bs. Brief 35 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende Afschrift aan Provinciale Staten van de reactie van de Brabantse Milieufederatie (BMF) aan Gedeputeerde Staten op consultatieversie maatlat Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV) 123 KB
  19. bv. Brief 38 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende Ter informatie aan Provinciale Staten de statenmededeling over Financieel beleid en beheer. 94 KB
  20. bw. Bijlage 1 bij brief 38 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende de statenmededeling over Financieel beleid en beheer. Bijlage 1 - Overzicht vigerend financieel beleids- en beheerkader. 86 KB
  21. cb. Brief 41 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende Ter informatie aan Provinciale Staten de statenmededeling over het Treasury Jaarplan 2014. 111 KB
  22. cc. Bijlage 1 bij brief 41 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende de statenmededeling over het Treasury Jaarplan 2014. Bijlage 1 - Treasury Jaarplan 2014. 371 KB
  23. cf. Brief 44 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende Ter informatie aan Provinciale Staten de Statenmedeling over normenkader ten behoeve van de accountantscontrole 2013 75 KB
  24. cg. Bijlage 1 bij brief 44 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende ter informatie aan Provinciale Staten de Statenmedeling over normenkader ten behoeve van de accountantscontrole 2013 Bijlage 1 - Normenkader 2013 126 KB
  25. cq. Brief 47 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende Mededeling van Platform Noordoostcorridor over het lanceren van een nieuwe website "Stuit de ruit". 110 KB
  26. cu. brief 49 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende Reactie van Raad van State op verzoek om toezending proces-verbaal inzake geding ihkv het Inpassingplan N279 Noord 's-Hertogenbosch - Veghel ( Crisis- en herstelwet ) 101 KB
  27. cv. brief 50 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende Aanbieding door Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van de reactie van de vaste commissie voor Economische Zaken van de Tweede Kamer op de aangenomen motie door Provinciale Staten van Noord-Brabant m.b.t. `Brabant schaliegas-vrij`d.d. 27 september 2013. 89 KB
  28. cx. brief 51 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffen Reactie op toekenning openbaar vervoersconcessie West-Brabant aan Veolia door Stichting Diensten en Onderzoek Centrum Palestina ( docP ) met het verzoek om mensenrechten en het internationaal recht als criteria op te nemen in de volgende aanbestedingsprocedures van de provincie 155 KB
  29. dh. brief 57 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende Mededeling van Fractie VVD Boekel-Venhorst aan PS dat CDA en VVD niet hebben ingestemd met het verzenden van de brief met het verzoek om een gesprek nav ingediende motie betreffende de Randweg Boekel 194 KB
  30. do. brief 64 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende Verzoek van Voedselbanken Nederland om ihkv voorjaarsnota geld vrij te maken voor het regionale distributiecentrum van de voedselbanken in Tilburg 182 KB
  31. dp. brief 65 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende Ter informatie aan Provinciale Staten de statenmededeling over stand van zaken Vrijetijdseconomie. 303 KB
  32. dq. Bijlage 1 bij brief 65 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende de statenmededeling over stand van zaken Vrijetijdseconomie. Bijlage 1 - Indicatoren overzicht 155 KB
  33. dr. Bijlage 2 bij brief 65 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende bij de statenmededeling over stand van zaken Vrijetijdseconomie. Bijlage 2 - Toelichting op cijfers nulmeting Vrijetijdseconomie en factsheet: Brabantse vrijetijdseconomie; stand van zaken 2013 924 KB
  34. ds. Bijlage 3 bij brief 65 op de lijst ingekomen stukken t.b.v. de statenvergadering d.d. 7 februari 2014 betreffende de statenmededeling over stand van zaken Vrijetijdseconomie. Bijlage 3 - Onderlegger Factsheet 1.1 MB

5.A.1 aa. Statenvoorstel 78/13 inzake Voortgangsrapportage Samen Investeren in BrabantStad, najaar 2013, incl. verlenging subsidietermijn van vijf projecten.

Bijlagen

  1. aa. Statenvoorstel 78/13 inzake Voortgangsrapportage Samen Investeren in BrabantStad, najaar 2013, incl. verlenging subsidietermijn van vijf projecten. 196 KB
  2. Vastgesteld besluit van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 m.b.t statenvoorstel 78/14 inzake Voortgangsrapportage Samen Investeren in BrabantStad, najaar 2013, incl. verlenging subsidietermijn van vijf projecten. 78 KB
  3. ab. Ontwerpbesluit bij Statenvoorstel 78/13 inzake Voortgangsrapportage Samen Investeren in BrabantStad, najaar 2013, incl. verlenging subsidietermijn van vijf projecten. 78 KB
  4. ac. Advies van de commissie voor Economische Zaken en Bestuur over Statenvoorstel 78/13 inzake Voortgangsrapportage Samen Investeren in BrabantStad, najaar 2013, incl. verlenging subsidietermijn van vijf projecten. 58 KB
  5. ad. Nota van Wijziging bij Statenvoorstel 78/13 inzake Voortgangsrapportage Samen Investeren in BrabantStad, najaar 2013, incl. verlenging subsidietermijn van vijf projecten. 114 KB
  6. ae. Herzien ontwerpbesluit bij Statenvoorstel 78/13 inzake Voortgangsrapportage Samen Investeren in BrabantStad, najaar 2013, incl. verlenging subsidietermijn van vijf projecten. 81 KB

5.A.2 aa. Statenvoorstel 08/14 inzake Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening van de provincie Noord-Brabant 2013-2015.

Bijlagen

  1. aa. Statenvoorstel 08/14 inzake Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening van de provincie Noord-Brabant 2013-2015. 88 KB
  2. Vastgesteld besluit van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 m.b.t Statenvoorstel 08/14 inzake Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening van de provincie Noord-Brabant 2013-2015. 63 KB
  3. ab. Ontwerpbesluit bij Statenvoorstel 08/14 inzake Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening van de provincie Noord-Brabant 2013-2015. 65 KB
  4. ac. Bijlage 1 bij Statenvoorstel 08/14 inzake Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening van de provincie Noord-Brabant 2013-2015. Bijlage 1 - Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening van de provincie Noord-Brabant 2013-2015. 101 KB
  5. ad. Bijlage 2 bij Statenvoorstel 08/14 inzake Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening van de provincie Noord-Brabant 2013-2015. Bijlage 2 - Normenkader 2013. 108 KB
  6. ae. Advies van de Rekeningcommissie over Statenvoorstel 08/14 inzake Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening van de provincie Noord-Brabant 2013-2015. 61 KB

5.A.3 aa. Statenvoorstel 14/14 inzake Zuidelijke Rekenkamer; benoeming bestuurslid.

5.C.1 aa. Statenvoorstel 07/14 inzake rapportage Zuidelijke Rekenkamer; Inzicht in resultaten subsidieregelingen provincie Noord-Brabant.

Bijlagen

  1. aa. Statenvoorstel 07/14 inzake rapportage Zuidelijke Rekenkamer; Inzicht in resultaten subsidieregelingen provincie Noord-Brabant. 107 KB
  2. Vastgesteld besluit van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 m.b.t Statenvoorstel 07/14 inzake rapportage Zuidelijke Rekenkamer; Inzicht in resultaten subsidieregelingen provincie Noord-Brabant. 69 KB
  3. ab. Ontwerpbesluit bij Statenvoorstel 07/14 inzake rapportage Zuidelijke Rekenkamer; Inzicht in resultaten subsidieregelingen provincie Noord-Brabant. 69 KB
  4. ac. Bijlage 1 bij Statenvoorstel 07/14 inzake rapportage Zuidelijke Rekenkamer; Inzicht in resultaten subsidieregelingen provincie Noord-Brabant. Bijlage 1 - Rapport Zuidelijke Rekenkamer: Inzicht is resultaten subsidieregelingen provincie Noord-Brabant (d.d. 3 december 2013). 281 KB
  5. ad. Advies van de commissie voor Economische Zaken en Bestuur over Statenvoorstel 07/14 inzake rapportage Zuidelijke Rekenkamer; Inzicht in resultaten subsidieregelingen provincie Noord-Brabant. 57 KB

5.C.2 aa. Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014

Bijlagen

  1. aa. Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014 82 KB
  2. Bijlage 1 bij Vastgesteld besluit I van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 m.b.t Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014. Bijlage 1 - Structuurvisie RO 2010 - partiële herziening 2014 6.3 MB
  3. Vastgesteld besluit I van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 m.b.t Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014 6.3 MB
  4. Vastgesteld besluit II van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 m.b.t Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014 75 KB
  5. aba. Ontwerpbesluit I bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014, vaststelling van de Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014 74 KB
  6. abb. Ontwerpbesluit II bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014, intrekking reconstructieplannen. 75 KB
  7. ac. Bijlage 1 bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014 Bijlage 1 Achtergrondnotitie Structuurvisie RO 127 KB
  8. ad. Bijlage 2 bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014 Bijlage 2 Tekst van de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 (de wijzigingen die hebben geleid tot de ontwerp Svro zijn met geel aangegeven, de wijzigingen ten opzichte van het ontwerp zijn met blauw gearceerd.) 8.1 MB
  9. ae. Bijlage 3 bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014 Bijlage 3 Nota van advies en inspraak Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014 718 KB
  10. af. Bijlage 4 bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014 Bijlage 4 Nota van wijzigingen Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014 147 KB
  11. ag. Bijlage 5 bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014 Bijlage 5 Afwegingskader provinciaal belang Transitie naar zorgvuldige veehouderij 136 KB
  12. ah. Bijlage 6 bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014 Bijlage 6 Advies POC 105 KB
  13. ai. Bijlage 7 bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014 Bijlage 7 Advies commissie MER 619 KB
  14. aj. Bijlage 8a bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014 Bijlage 8a kaart Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014 Visiekaart 410 KB
  15. ak. Bijlage 8b bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014 Bijlage 8b kaart Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014 Structurenkaart 695 KB
  16. al. Bijlage 8c bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014 Bijlage 8c kaart Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014 Kaart gebiedsgericht werken 713 KB
  17. am. Advies van de commissie voor Ecologie en Ruimte en de Themacommissie voor Transitie Stad en Platteland over Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014 101 KB
  18. an. Memorie van Antwoord bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014 172 KB
  19. ao. Bijlage 1 Memorie van Antwoord bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014. Bijlage 1 - Aanvullende vragen vanuit de commissie 227 KB
  20. ap. Bijlage 2a bij Memorie van Antwoord bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014. Bijlage 2a - Gewijzigde kaartatlassen Verordening ruimte 2014: Atlas hoofdstructuren 8 MB
  21. aq. Bijlage 2b bij Memorie van Antwoord bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014. Bijlage 2b - Gewijzigde kaartatlassen Verordening ruimte 2014: Atlas thema Stedelijke ontwikkeling 7.5 MB
  22. ar. Bijlage 2c bij Memorie van Antwoord bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014. Bijlage 2c - Gewijzigde kaartatlassen Verordening ruimte 2014: Atlas thema Natuur en Landschap 7.9 MB
  23. as. Bijlage 2d bij Memorie van Antwoord bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014. Bijlage 2d - Gewijzigde kaartatlassen Verordening ruimte 2014: Atlas thema Agrarische ontwikkeling 7.5 MB
  24. at. Bijlage 2e bij Memorie van Antwoord bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014. Bijlage 2e - Gewijzigde kaartatlassen Verordening ruimte 2014: Atlas thema Water 7.5 MB
  25. au. Bijlage 2f bij Memorie van Antwoord bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014. Bijlage 2f - Gewijzigde kaartatlassen Verordening ruimte 2014: Atlas thema Cultuurhistorie 7.1 MB
  26. av. Bijlage 3 bij Memorie van Antwoord bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014. Bijlage 3 - Kaart geur en fijn stof belasting uit het plan-MER 4.4 MB
  27. aw. Bijlage 4 bij Memorie van Antwoord bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014. Bijlage 4 - Nota van advies en inspraak Vr2014 1.7 MB
  28. ax. Bijlage 5 bij Memorie van Antwoord bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014. Bijlage 5 - Nota van advies en inspraak Svro 754 KB
  29. ay. Bijlage 6 bij Memorie van Antwoord bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014. Bijlage 6 - Toelichting Vr2014 3.4 MB
  30. az. Nota van Wijziging bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014, vaststelling van de Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014 58 KB
  31. ba. Herzien ontwerpbesluit I bij Statenvoorstel 02/14 Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014, vaststelling van de Structuurvisie RO 2010 - partiele herziening 2014 69 KB
  32. ra. Amendement A3 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de PVV bij de behandeling van Statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 waarbij PS besluiten: de volledige paragraaf 2.2.2 te verwijderen. (VERWORPEN) 694 KB
  33. rb. Amendement A5 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de PVV bij de behandeling van Statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 waarbij PS besluiten: De volgende herziene passages uit paragraaf 3.8 te verwijderen: - De provincie steunt de ontwikkeling van windenergie onder voorwaarden. - De provinciale doelstelling is om in 2020 470,s MW aan vergund vermogen windenergie te hebben opgesteld. - De provincie stimuleert nieuwe toepassingen voor de opwekking van windenergie. Toelichting: Windenenergie is inefficiënt, onrendabel, slecht voor omwonenden, natuur en milieu en een aantasting van het Brabantse landschap. Daarom dient windenergie niet door de provincie gestimuleerd of gesteund te worden. De ontwikkeling van windenergie moet daarom ook geen deel uitmaken van de basis van het provinciale ruimtelijke beleid in de Structuurvisie. (VERWORPEN) 415 KB
  34. rc. Amendement A8 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de Partij voor de Dieren bij de behandeling van Statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 waarbij PS besluiten: dat aan de passage in hoofdstuk 2 Landelijk gebied, paragraaf 2.1.3 onder 2: Uitgangspunt voor beleid: Transitie naar een zorgvuldige veehouderij, de volgende tekst wordt toegevoegd: Overbelaste gebieden: Ook de provincie kan overbelaste gebieden aanwijzen. Een overbelast gebied is een gebied met een dergelijk hoge veedichtheid dat de natuur in het gebied ernstige schade wordt berokkend en er een verhoogd risico is op uitbraak van een besmettelijke dierziekte die mogelijk kan overslaan op mensen en waar door (cumulatie van) uitstoot van milieuhinderlijke stoffen geen sprake meer is van een goed woon- en leefklimaat. In overbelaste gebieden zijn uitbreidingen die een hogere veedichtheid tot gevolg hebben niet mogelijk. Toelichting: Op verschillende plaatsen in Brabant bevinden zich gebieden die aan bovenstaande beschrijving voldoen, waarbij de uitstoot van fijnstof, geur of ammoniak hoger is dan wenselijk is. Deze gebieden hebben extra maatregelen nodig in de vorm van een aanduiding overbelast gebied. (VERWORPEN) 500 KB
  35. rd. Amendement A10 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de Partij voor de Dieren bij de behandeling Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten de volgende passage: 3.3. Een multifunctioneel landelijk gebied. de volgende tekst wordt toegevoegd: Daar waar het gaat om varkens- en pluimveebedrijven die op een afstand van minder dan 1000 meter van elkaar zijn gevestigd, kan geen sprake zijn van uitbreidingen in verband met risico's voor de volksgezondheid zoals zoönosen. Toelichting: In (mega)stallen hopen zich voor mensen schadelijke ziektekiemen op. instituten als het RIVM (milieuhygiëne) en de Voedsel- en Warenautoriteit adviseren deze stallen tenminste 1 tot twee kilometer van elkaar te scheiden om het risico op verspreiding van dierziekten en het ontstaan van zoönosen zo klein mogelijk te houden. (VERWORPEN) 426 KB
  36. re. Amendement A12 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de Partij voor de Dieren bij de behandeling van Statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 waarbij PS besluiten: dat de volgende tekst van het ontwerp-besluit van de nieuwe structuurvisie; 2.1.2. Wat wil de provincie bereiken? 2. Ruimte voor duurzame agrarische ontwikkeling als volgt wordt gewijzigd: 2.1.2. Wat wil de provincie bereiken? 2. Zorgvuldige agrarische bedrijfsvoering met dierenwelzijn, volksgezondheid, natuur, milieu en duurzaamheid als uitgangspunt Toelichting Het streven naar een zorgvuldige agrarische bedrijfsvoering voert breder dan alleen duurzaamheid (volgens de definitie van Brundtland) en agrarische ontwikkeling gaat uit van dierenwelzijn, volksgezondheid, natuur, milieu en duurzaamheid. (VERWORPEN) 435 KB
  37. rf. Amendement A15 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de Partij voor de Dieren bij de behandeling Statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 besluiten: dat uit de passage in hoofdstuk 2 Landelijk gebied, paragraaf 2.1.3 onder 2: Uitgangspunt voor beleid: Transitie naar een zorgvuldige veehouderij, de volgende tekst wordt verwijderd: Nieuw daarbij is dat het onderscheid intensieve- en grondgebonden veehouderij is vervallen; de beleidslijn geldt voor alle veehouderij. En de volgende tekst wordt toegevoegd: Grondgebonden veehouderij onderscheidt zich van intensieve veehouderij door het sluiten van kringlopen waarbij de focus ligt op het voortbrengend vermogen van het land behorende bij die veehouderij. Toelichting: Het begrip grondgebondenheid is een waardevol instrument in de transitie naar een zorgvuldige veehouderij en dient niet te worden losgelaten. (INGETROKKEN) 434 KB
  38. rg. Amendement A17 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van dePartij voor de Dieren bij de behandeling Statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 besluiten: Dat in passage 3.8 Ruimte voor duurzame energie (pagina 41), de volgende tekst wordt verwijderd: Door mestverwerking te combineren met het opwekken van energie vindt verwaarding van de mest plaats. Dit biedt economisch perspectief, leidt tot synergie tussen activiteiten, een verwaarding van reststromen en een lagere CO2-uitstoot. Dit draagt daarom bij aan een duurzame oplossing van het mestoverschot. Toelichting Mestbewerking (vergisting) is niet duurzaam en mestverwerking is geen duurzame oplossing van het mestprobleem, ook niet in combinatie met het opwekken van energie.(INGTROKKEN) 382 KB
  39. rga. Amendement A17a ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van dePartij voor de Dieren bij de behandeling Statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 besluiten: Dat in passage 3.8 Ruimte voor duurzame energie (pagina 41), de volgende tekst wordt verwijderd: Door mestverwerking te combineren met het opwekken van energie vindt verwaarding van de mest plaats. Dit biedt economisch perspectief, leidt tot synergie tussen activiteiten, een verwaarding van reststromen en een lagere CO2-uitstoot. Dit draagt daarom bij aan een duurzame oplossing van het mestoverschot. Toelichting Deze passage hoort niet thuis in de paasage over duurzame energie. (VERWORPEN) 454 KB
  40. rh. Amendement A18 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de Partij voor de Dieren bij de behandeling Statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 besluiten: dat aan passage 2.2. Gemengd landelijk gebied, onder c Mestverwerking op pagina 85, de volgende tekst wordt toegevoegd: Mestvergisters zijn chemische installaties met alle mogelijke gevaren voor natuur, milieu en volksgezondheid. In afwijking van wat door de VNG is bepaald, worden deze installaties slecht toegelaten op een bedrijventerrein met een milieucategorie van 4 of hoger. Uitbreidingen van bestaande mestvergisters die niet op een daartoe geschikt bedrijventerrein staan, worden om diezelfde redenen niet toegestaan. (VERWORPEN) 396 KB
  41. ri. Amendement A20 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de Partij voor de Dieren bij de behandeling Statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 besluiten: dat aan de passage 1.4.4. Plan MER voor de Structuurvisie 2010 de volgende tekst wordt toegevoegd: Ook wordt het in de groenblauwe mantel en het gemengd landelijk gebied verplicht om een cumulatieve toets te overleggen waarin de effecten van uitbreidingen/omschakeling van teeltondersteunende voorzieningen op Natura2000 gebieden in beeld zijn gebracht. Wanneer er nadelige effecten optreden op de natuur zullen uitbreidingen enlof omschakelingen niet mogelijk zijn. Toelichting De nadelige effecten op de Brabantse Natura2000 van teeltondersteunende voorzieningen, omschakelingen en uitbreidingen zijn binnen de huidige verordening niet duidelijk in beeld. Het gaat daarbij specifiek om de cumulatieve effecten waarvan een duidelijk beeld ontbreekt. Middels een verplichte cumulatieve toets worden de eventuele negatieve effecten op Natura2000 gebieden beter in beeld gebracht. (VERWORPEN) 477 KB
  42. rj. Amendement A23 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de Partij voor de Dieren bij de behandeling Statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 besluiten: Dat aan de volgende tekst aan het ontwerp-besluit van de nieuwe structuurvisie 4.4.2. Zorgplicht voor de ruimtelijke kwaliteit Nieuwe ontwikkelingen bieden een kans voor behoud en ontwikkeling van het landschap. In de verordening is als hoofdregel opgenomen dat ontwikkelruimte bijdraagt aan het versterken van de ruimtelijke kwaliteit. wordt gewijzigd in: 4.4.2. Zorgplicht voor de ruimtelijke kwaliteit Nieuwe ontwikkelingen bieden een kans voor behoud en ontwikkeling van het landschap. In de verordening is als hoofdregel opgenomen dat ontwikkelruimte bijdraagt aan het versterken van de ruimtelijke en ecologische kwaliteit en het behalen van de provinciale natuurdoelstellingen. Toelichting: Het is wenselijk dat een verband tussen ontwikkelingen, ruimtelijke kwaliteit en het behalen van natuurdoelstellingen wordt geborgd in de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (VERWORPEN) 497 KB
  43. rk. Amendement A34 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van D66, 50PLUS en de PvdA bij de behandeling Statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 besluiten: dat de tekst in deel A, hoofdstuk 3.1 van de Structuurvisie R 0 als volgt wordt gewijzigd: Hoofdstuk 3. Provinciale belangen en ruimtelijke keuzes 3.1. Inleiding Leidende principes De opgaven, zoals benoemd in Hoofdstuk 2, leiden tot ruimtelijke keuzes voor de toekomstige ontwikkeling van Noord-Brabant. Bij deze ruimteliike keuzes, die vertaald ziin in 14 provinciale ruimteliike belangen, hanteert de provincie twee leidende principes. Dit betekent dat deze richting geven aan het maken van de keuzes en een belangriike rol spelen in de uitwerking van de provinciale belangen betrokken. Dit ziin: -1. Ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid De provincie kiest voor een duurzame ontwikkeling waarin de kwaliteiten van de provincie sturend zijn bij de ruimtelijke keuzes die de komende jaren op de provincie af komen. Nieuwe ontwikkelingen moeten bijdragen aan de kracht en identiteit van Noord-Brabant. De ruimtelijke keuzes in dit hoofdstuk geven hier op provinciaal niveau invulling aan. -2. Vestigings- en leefklimaat en gezondheid De provinciale belangen en ruimtelijke keuzes moeten bijdragen aan het vestigings- en leefklimaat van Noord-Brabant. De fysieke leefomgeving, dit is zowel de bebouwde als onbebouwde omgeving met daaraan gerelateerde activiteiten, bepaalt mede de kwaliteit van leven. Omgevingsfactoren kunnen positieve en negatieve gevolgen hebben. Positieve gezondheidseffecten treden op via natuur, water, stilte of schone lucht. Negatieve effecten treden op via risico's die verbonden zijn aan bodem, water, lucht en externe veiligheid (ongelukken en rampen). De leefomgevingskwaliteit en daarmee de gezondheid staat in delen van Noord-Brabant onder druk. Naast gezondheidsbescherming via milieubeleid en risicobeheersing is aandacht nodig voor gezondheidsbevordering via ruimtelijke planvorming en duurzame inrichting van steden, dorpen en het landelijk gebied. De provincie streeft naar een top kennis- en innovatieregio. Daarvoor zijn een aantrekkelijke, schone en gezonde woon- en leefomgeving, natuur- en landschapsontwikkeling, vrijetijdsvoorzieningen, een robuust en duurzaam verkeer- en vervoersysteem en een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven van cruciaal belang. Op deze terreinen kan de provincie zich duidelijk van andere (Europese) regio's onderscheiden. Door een welbewuste profilering van specifieke regionale kernkwaliteiten en omstandigheden. Ontwikkelingen dragen bij aan het vestigings- en leefklimaat van Noord-Brabant, inclusief een schone en gezonde leefomgeving. Toelichting Op 1 oktober 2010 is een motie "Volksgezondheid als provinciaal belang" van D66, GL, PvdD en SGP met grote meerderheid van stemmen aangenomen. Het verzoek aan het college van GS luidde: In 2010 met een wijzigingsvoorstel van de Structuurvisie R 0 te komen waarin - het thema gezondheid in relatie tot de onderwerpen van de visie wordt uitgewerkt - gezondheid in deze context als provinciaal belang benoemd wordt. In de nu voorliggende partiële herziening van de structuurvisie wordt volksgezondheid op diverse plaatsen wel in de uitwerking genoemd. Wat gemist wordt is het expliciet benoemen van gezondheid als leidend principe. Dit amendement heeft als doel om gezondheid expliciet als leidend principe in de Structuurvisie te verankeren. (UNANIEM AANGENOMEN) 1.2 MB
  44. rl. Amendement A35 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van D66, Partij voor de Dieren, GroenLinks, PvdA en 50Plus bij de behandeling Statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 besluiten in deel A, paragraaf 4.5.1 in de opsomming een bullet toe te voegen met de tekst: - "Gezondheid (gezond heidskaarten)". Toelichting: - Paragraaf 4.5 van deel A benoemt kennis en informatie die de provincie beschikbaar stelt bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen; - gezondheid is een aspect dat op diverse plaatsen in de Structuurvisie R0 wordt benoemd; - kennis over gezondheid is van belang bij het ontwikkelen van ruimtelijke plannen; - de gezondheidskaarten die in het kader van het Provinciaal Milieu Plan (PMP) worden opgesteld, komen dit voorjaar beschikbaar; - daarom stelt dit amendement voor om deze kaarten expliciet te benoemen als kennis en informatie die de provincie beschikbaar stelt. (UNANIEM AAANGENOMEN) 555 KB
  45. rm. Amendement A36 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van D66, Partij voor de Dieren, PvdA en 50Plus bij de behandeling Statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 besluiten de volgende tekst uit paragraaf 3.8., blz. 41: - Energiewinning met biomassa is kansrijk in de relatief kleinschalige delen van Noord-Brabant, in de nabijheid van de grote steden op goed ontsloten plekken (langs het water). De provincie ziet voor vergisting vooral ontwikkelingsmogelijkheden in Oost-Brabant in de nabijheid van gebieden waar een concentratie van vee aanwezig is. Door mestverwerking te combineren met het opwekken van energie vindt verwaarding van de mest plaats. Dit biedt economisch perspectief, leidt tot synergie tussen activiteiten, een verwaarding van reststromen en een lagere C02-uitstoot. Dit draagt daarom bij aan een duurzame oplossing van het mestoverschot. Te vervangen door: - Biomassa kent vele toepassingen, waaronder energieopwekking. De provincie hanteert in haar beleid de ladder van food, feed, fiber, fuel. Dit wil zeggen dat waar mogelijk eerst biomassa wordt geproduceerd en gebruikt als grondstof voor voedsel voor mensen. Vervolgens als grondstof voor diervoeding. Biomassastromen die hier niet voor geschikt zijn, worden ingezet als grondstof in de biobased economy (bijvoorbeeld voor medicijnen en bioplastics). De resterende biomassa wordt gebruikt als grondstof voor energieopwekking. Energieopwekking met biomassa is kansrijk in de relatief kleinschalige delen van Noord-Brabant, in de nabijheid van de grote steden op goed ontsloten plekken (langs het water). Inzet van biomassa voor energie kan diverse vormen hebben zoals verbranding en vergisting. Bij de afweging van initiatieven op het gebied van energie uit biomassa neemt de provincie de effecten op gezondheid en omgevingskwaliteit nadrukkelijk in beschouwing. En in de volgende zin uit paragraaf 3.8, blz. 41 - Vanwege effecten die gepaard (kunnen) gaan met mestverwerking, op zowel de ontwikkeling van de veestapel in Brabant als de leefomgeving, voert de provincie een strakke regie op de ontwikkeling van dit soort initiatieven. te verplaatsen naar Deel B, paragraaf 2.2.1, sub c, blz 85 na de zinnen "Het beleid is er daarbij op gericht dat Brabant voldoende capaciteit ontwikkelt om het eigen mestoverschot te verwerken op daarvoor geschikte locaties. Een goede inpassing in de omgeving is randvoorwaarde. Toelichting: - Paragraaf 3.8 zou een visie moeten geven op Ruimte voor duurzame energie; - mestvergisting levert energie op. Maar dit is slechts één van de vormen van mestverwerking. Een uitweiding over mestverwerking hoort daarmee niet in paragraaf 3.8 thuis; - een uitweiding over mestverwerking doet bovendien de mogelijkheden voor energie uit andere biomassastromen tekort; - er zijn diverse technieken om energie uit biomassa te halen: verbranding, vergisting, vergassing. Door innovaties komen er wellicht meer technieken bij. Het is dan ook wenselijk dit meer in algemene termen op te schrijven; - het is daarbij van belang dat de provincie laat blijken dat zij zich realiseert dat biomassa de meeste waarde heeft als voedsel voor mensen, dan als voeding voor dieren, vervolgens als grondstof en tenslotte als energiebron; - deze volgorde van food, feed, fiber, fuel wordt reeds gehanteerd door innovatieve bedrijven die zoveel mogelijk waarde uit biomassa proberen te halen, bijvoorbeeld in de vleesverwerkende industrie; - door de veralgemenisering van paragraaf 3.8 komt een belangrijke zin over de mogelijke effecten van mestverwerking te vervallen. Deze is daarom verplaatst naar de paragraaf over mestverwerking in paragraaf 2.2.1 van deel B. (AANGEHOUDEN) 1.5 MB
  46. rn. Amendement A37 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van GroenLinks en de Partij voor de Dieren bij de behandeling Statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 besluiten Geen uitbreiding toe te staan aan solitaire glastuinbouwbedrijven tot 3 ha. en het huidige beleid inzake de concentratie van glastuinbouw voort te zetten en hiertoe - de wijzigingen in de tekst op pagina 861115 in de zin `Daarom ... aannemelijk is. `te schrappen. (VERWORPEN) 663 KB
  47. sa. Motie M2 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van het CDA van bij de behandeling van Statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten verzoeken te komen met een voorstel tot onderzoek én oplossing hoe de provincie hierin de regie kan voeren om verdere leegstand te voorkomen en negatieve effecten van nieuwbouw te vermijden. (INGETROKKEN) 61 KB
  48. saa. Motie M2a ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van het CDA van bij de behandeling van Statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten verzoeken te komen met een voorstel tot onderzoek én oplossing hoe de provincie hierin de regie kan voeren om verdere leegstand te voorkomen en negatieve effecten van nieuwbouw te vermijden. (INGETROKKEN) 620 KB
  49. sb. Motie M4 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van het CDA en de SP bij de behandeling van Statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten verzoeken om in overleg te treden met de staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken om te komen tot een actuele update van het Verbond van Den Bosch en met name de retailsector te dwingen te bewegen hun toezeggingen na te komen zodat niet alleen de primaire sector de rekening moet betalen van de maatschappelijke duurzaamheidswensen. (INGETROKKEN) 47 KB
  50. sba. Motie M4a ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van het CDA en de SP bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten verzoeken om in overleg te treden met de staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken om te komen tot een actuele update van het Verbond van Den Bosch en met name de retailsector te bewegen hun toezeggingen na te komen zodat niet alleen de primaire sector de rekening moet betalen van de maatschappelijke duurzaamheidswensen. (AANGENOMEN) 552 KB
  51. sc Motie M10 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de Partij voor de Dieren bij de behandeling van Statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 en Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten verzoeken: - Zorg te dragen voor een daling van de totale uitstoot van geur, ammoniak en fijnstof in Noord- Brabant en dat de latente ruimte die hierdoor ontstaat wordt vastgelegd; - De vergunde uitstoot van veehouderijen te monitoren door deze maandelijks per gemeente te berekenen, teneinde vast te kunnen stellen of de vergunde uitstootrechten daadwerkelijk dalen in nieuw beleid ten aanzien van geur, ammoniak en fijnstof; - Het huidige aantal vergunde rechten als startpunt te hanteren naar een vermindering van de uitstoot van geur, ammoniak en fijnstof. (VERWORPEN) 1.2 MB
  52. sd. Motie M12 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van de PvdA en 50Plus bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 en statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten opdragen om tijdig voor de start van de dialogen in urgentiegebieden - volledig in kaart te brengen op welke wijze: - of en op welke wijze een gezondheidsadvies over het plan van aanpak verplicht gesteld kan worden; - de bewoners in overbelaste gebieden over professionele ondersteuning kunnen beschikken in de dialoog; - om vervolgens op basis van deze analyse, indien van toepassing, voldoende financiële middelen vrij te maken in de voorjaarsnota 2014 en vervolgens begroting 2015 waardoor het proces rondom de aanpak van urgentiegebieden in Noord-Brabant meer kans van slagen krijgt. (INGETROKKEN) 630 KB
  53. se Motie M13 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van de PvdA en 50Plus bij de behandeling van Statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 en Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten opdragen om in 2014: Beleid te ontwikkelen m.b.t. het opstellen van richtlijnen over afstanden tussen woningen en veehouderijen en tussen diverse vormen van veehouderij; Instrumentarium te ontwikkelen voor gemeenten, dat zij in lokaal beleid kunnen inzetten als onderdeel van de plannen van aanpak die voor urgentiegebieden opgesteld gaan worden. (VERWORPEN) 524 KB
  54. sf. Motie M14 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van de PvdA, 50Plus en de SP bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 en statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten opdragen om met spoed in voorjaar 2014 de belemmeringen in kaart te brengen én; bij de Rijksoverheid aan te dringen op aanpassing van de regelgeving al dan niet in de vorm van een pilotstatus voor Noord-Brabant. (VERWORPEN) 609 KB
  55. sg. Motie M16 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van GroenLinks bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 en statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 waarbij ze de Griffier verzoeken: een concept-Referendum Verordening voor te bereiden die dit mogelijk maakt en deze op korte termijn voor te leggen aan de Statencommissie voor Economische Zaken en Bestuur. (VERWORPEN) 472 KB
  56. sh. Motie M17 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van de GroenLinks en de Partij voor de Dieren bij de behandeling van Statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 verzoeken: 1. Bij het onderzoek naar het invoeren van de glas-voor-glas regeling dit voor alle glastuinbouwgebieden uit te werken (solitaire glastuinbouw, doorgroei- en vestigingsgebieden en concentratiegebieden). 2. Tevens specifiek te onderzoeken hoe de concentratie van de glastuinbouw in de vestigings- en concentratiegebieden hierdoor gestimuleerd zal worden. 3. In kaart te brengen hoe de solitaire glastuinbouw hierdoor zal afnemen. Toelichting: - Om de concentratie van glastuinbouw te bevorderen kan de glas-voor-glasregeling een stimulans zijn mits deze voor alle glastuinbouwgebieden wordt toegepast. Vestiging van nieuwe bedrijven in vestigingsgebieden en in de concentratiegebieden zal dan alleen mogelijk zijn als er elders glas verdwijnt of een financiële bijdrage geleverd wordt om elders glas te saneren. (AANGENOMEN) 528 KB
  57. si. Motie M18 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van D66 en de PvdA bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 en statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten verzoeken: De overlast gebieden waarbinnen de potentiele urgentiegebieden en impactgebieden liggen voorlopig te begrenzen en deze aan te wijzen als urgentiegebied Deze motie om te zetten in een juridisch correcte tekst die ingepast wordt in de Vro 20 14 voor publicatie in het Provinciaal Blad (INGETROKKEN) 905 KB
  58. sj. Motie M19 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de PvdA bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 en statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten opdragen: - om gedurende de "interim-periode" geen grond van de provincie te verkopen waarop een agrarische bestemming veehouderij staat in gebieden waarvan redelijkerwijs verwacht mag worden dat ze straks als urgentiegebied worden aangewezen. (INGETROKKEN) 458 KB
  59. sk. Motie M20 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van de SP, PvdA, VVD, CDA en D66 bij de behandeling van statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten verzoeken om: 1. alle mogelijke inspanningen te leveren om te voorkomen dat tussen het aflopen van het voorbereidingsbesluit en de formele aanwijzing van de urgentie- en impactgebieden en de inwerkingtreding van de verbeterplannen ongewenste ontwikkelingen in die gebieden kunnen plaatsvinden zoals de toename van dieraantallen, 2. de betreffende gemeenten alle benodigde ondersteuning te bieden bij een zo snel mogelijke vaststelling van urgentie- en impactgebieden en de bijbehorende verbeterplannen (van aanpak), 3. de betreffende gemeenten te melden dat ook van hen op grond van de afspraken in het Brabantberaad wordt verwacht ongewenste, niet binnen de afspraken van het Brabantberaad passende ontwikkelingen onmogelijk te maken in de interimperiode tussen 7 februari 2014 en aanwijzing van de urgentie- en impactgebieden en vaststelling van de verbeterplannen, 4. bij een niet-tijdige (uiterlijk 15 september) aanwijzing van urgentie- en impactgebieden en bijbehorende verbeterplannen door gemeenten passende maatregelen te nemen en daarover aan Provinciale Staten te rapporteren, (UNANIEM AANGENOMEN) 741 KB
  60. sl. Motie M21 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van de PvdA, Partij voor Dieren, PVV, 50PLUS, Onafhankelijke Statenfractie Noord-Brabant, GroenLinks en CDA bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 en statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 waarbij Gedeputeerde Staten uitspreken: - dat (co)financiering voor mestvergisters niet past in het provinciaal beleid en dat zij vinden dat beleidsstukken hierop moeten worden aangepast. - om gedurende de "interim-periode" geen grond van de provincie te verkopen waarop een agrarische bestemming veehouderij staat in gebieden waarvan redelijkerwijs verwacht mag worden dat ze straks als urgentiegebied worden aangewezen. (VERWORPEN) 533 KB

5.C.3 aa. Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014

Bijlagen

  1. aa. Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 104 KB
  2. Vastgesteld besluit 03/14 F van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 m.b.t Statenvoorstel 03/14 inzake Verordening ruimte 2014. 49.8 MB
  3. ab. Ontwerpbesluit bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 72 KB
  4. ac. Bijlage 1 bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 Bijlage 1 Achtergrondnotitie Verordening ruimte 2014 173 KB
  5. ad. Bijlage 2 bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 Bijlage 2 Tekst van de Verordening ruimte 2014 (de wijzigingen die hebben geleid tot de ontwerp Vr2014 zijn met geel aangegeven, de wijzigingen ten opzichte van het ontwerp zijn met blauw gearceerd.) 7.5 MB
  6. ae. Bijlage 3 bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 Bijlage 3 Nota van inspraak Verordening ruimte 2014 1.5 MB
  7. af. Bijlage 4 bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 Bijlage 4 Nota van wijziging Verordening ruimte 2014 231 KB
  8. ag. Bijlage 5 bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 Bijlage 5 Advies prof. Mr Blomberg 644 KB
  9. ah. Bijlage 6 bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 Bijlage 6 Advies Provinciale omgevingscommissie 105 KB
  10. ai. Bijlage 7a bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 Bijlage 7a Kaart Verordening ruimte 2014, Atlas hoofdstructuren 7.5 MB
  11. aj. Bijlage 7b bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 Bijlage 7b Kaart Verordening ruimte 2014, Atlas thema Stedelijke ontwikkeling 6.8 MB
  12. ak. Bijlage 7c bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 Bijlage 7c Kaart Verordening ruimte 2014, Atlas thema Natuur en Landschap 7.3 MB
  13. al. Bijlage 7d bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 Bijlage 7d Kaart Verordening ruimte 2014, Atlas thema Agrarische ontwikkeling 6.8 MB
  14. am. Bijlage 7e bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 Bijlage 7e Kaart Verordening ruimte 2014, Atlas thema Water 7.6 MB
  15. an. Bijlage 7f bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 Bijlage 7f Kaart Verordening ruimte 2014, Atlas thema Cultuurhistorie 6.5 MB
  16. ao. Advies van de commissie voor Ecologie en Ruimte en de Themacommissie voor Transitie Stad en Platteland over Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 89 KB
  17. ao. Memorie van Antwoord bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 172 KB
  18. ap. Bijlage 1 bij Memorie van Antwoord bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 Bijlage 1 - Aanvullende vragen vanuit de commissie 227 KB
  19. aq. Bijlage 2a bij Memorie van Antwoord bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 Bijlage 2a - Gewijzigde kaartatlassen Verordening ruimte 2014: Atlas hoofdstructuren 8 MB
  20. ar. Bijlage 2b bij Memorie van Antwoord bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 Bijlage 2b - Gewijzigde kaartatlassen Verordening ruimte 2014: Atlas thema Stedelijke ontwikkeling 7.5 MB
  21. as. Bijlage 2c bij Memorie van Antwoord bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 Bijlage 2c - Gewijzigde kaartatlassen Verordening ruimte 2014: Atlas thema Natuur en Landschap 7.9 MB
  22. at. Bijlage 2d bij Memorie van Antwoord bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 Bijlage 2d - Gewijzigde kaartatlassen Verordening ruimte 2014: Atlas thema Agrarische ontwikkeling 7.5 MB
  23. au. Bijlage 2e bij Memorie van Antwoord bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 Bijlage 2e - Gewijzigde kaartatlassen Verordening ruimte 2014: Atlas thema Water 7.5 MB
  24. av. Bijlage 2f bij Memorie van Antwoord bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 Bijlage 2f - Gewijzigde kaartatlassen Verordening ruimte 2014: Atlas thema Cultuurhistorie 7.1 MB
  25. aw. Bijlage 3 bij Memorie van Antwoord bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 Bijlage 3 - Kaart geur en fijn stof belasting uit het plan-MER 4.4 MB
  26. ax. Bijlage 4 bij Memorie van Antwoord bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 Bijlage 4 - Nota van advies en inspraak Vr2014 1.7 MB
  27. ay. Bijlage 5 bij Memorie van Antwoord bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 Bijlage 5 - Nota van advies en inspraak Svro 754 KB
  28. az. Bijlage 6 bij Memorie van Antwoord bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 Bijlage 6 - Toelichting Vr2014 3.4 MB
  29. ba. Nota van wijziging bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 96 KB
  30. bb. Herzien ontwerpbesluit bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 424 KB
  31. bc. Tweede Nota van wijziging bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 82 KB
  32. bca. Bijlage 1 bij Tweede Nota van wijziging bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 Bijlage 1 - Integrale weergave van de voorgestelde wijzigingen in de tekst van de Verordening Ruimte 2014. 102 KB
  33. bd. Tweede Herzien ontwerpbesluit bij Statenvoorstel 03/14 Verordening ruimte 2014 356 KB
  34. ra. Amendement A1 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van het CDA bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten: dat de volgende tekst aan artikel 28 (pagina 64) wordt toegevoegd: -Onder strikte voorwaarden permanente teeltondersteunende voorzieningen op afstand toe te staan, waarbij de volgende voorwaarden van toepassing zijn: -Het is niet mogelijk de permanente teeltondersteunende voorzieningen binnen het bouwvlak te realiseren. -Het is ook niet mogelijk de permanente teeltondersteunende voorzieningen direct aansluitend aan het bouwvlak te realiseren. -Er wordt een relatie gelegd met de bedrijfslocatie waar de voorzieningen bijhoren en de oppervlakte telt mee voor de maximale oppervlakte per bedrijf. -Er dient te worden voorzien in een passende landschappelijke inpassing op basis van een goedgekeurd beplantingsplan. -Er dient te worden voorzien in een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied van het bestemmingsplan (regeling Kwaliteitsverbetering van het landschap). Toelichting: Onder genoemde voorwaarden kan in specifieke situaties maatwerk worden geleverd. (VERWORPEN) 583 KB
  35. rb. Amendement A2 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van het CDA en de VVD bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten: dat bij Art. 6.3 lid 2 sub d. en bij Art. 7.3 lid 1 sub e. het getal van max 30 ugIm3 als volgt wordt gewijzigd: max. 31,2 uglm3. (INGETROKKEN) 471 KB
  36. rba. Amendement A2a ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van het CDA en de VVD bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten: dat bij Art. 6.3 lid 2 sub d. en bij Art. 7.3 lid 1 sub e. het getal van max 30 ugIm3 als volgt wordt gewijzigd: max. 31,2 uglm3. (AANGENOMEN) 468 KB
  37. rc. Amendement A4 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten: in het Herzien Ontwerpbesluit 03/14F te verwijderen: artikel 9.1 lid 1 onder d: `voor zover een bestemmingsplan voorziet in een stedelijke ontwikkeling als bedoeld in het eerste lid, is artikel 2, vierde lid (zwaarste regiem geldt) niet van toepassing en heeft het tweede lid, onder b voorrang op de beschermingsregels die elders in deze verordening zijn opgenomen, behoudens in geval dat artikel 5 (EHS) van toepassing is. (VERWORPEN) 511 KB
  38. rd. Amendement A6 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de PVV bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten: Besluiten in het Herzien Ontwerpbesluit 03114F artikel 1.97 toe te voegen en als volgt te formuleren: `1.97 Overbelast gebied indien er vanwege de cumulatieve uitstoot van milieubelastende stoffen een aanzienlijke overschrijding bestaat van opgenomen normen waardoor geen goed woon- en leefklimaat geborgd kan worden of er vanwege de cumulatieve uitstoot van milieubelastende stoffen een aantasting van in de nabijheid gelegen ecologische waarden plaatsvindt;` Toelichting: de begripsbepalingen overbelast gebied en urgentiegebied ontbreken in de Verordening Ruimte wat tot verwarring leid. Beschreven definitie is conform artikel 6.4. lid 2 en 7.4. lid. 2 -vaiade Verordening ruimte. (VERWORPEN) 399 KB
  39. re. Amendement A7 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de PVV bij de behandeling Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten: In het Herzien Ontwerpbesluit 03/14F artikel 3.1. lid a als volgt te formuleren: "a. het plan bijdraagt aan de zorg voor het behoud en de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit van het daarbij betrokken gebied en de naaste omgeving waaronder in ieder geval een goede landschappelijke inpasbaarheid;" Toelichting: Met het project Mijn Mooi Brabant heeft het college het belang benadrukt van het ruimtelijk inpassen van gebouwen als voorbeeld voor vergelijkbare situaties in Brabant. In de recent verschenen memorie van antwoord wordt aangegeven dat de hoofdregel is dat iedere ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied bijdraagt aan een verbetering van de landschappelijke kwaliteit. Derhalve is het van belang, mede in het kader van leefbaarheid, dat landschappelijke inpasbaarheid voor gebouwen wordt opgenomen als voorwaarde in de Verordening ruimte en niet als keuze optie. (AANGENOMEN) 445 KB
  40. rf. Amendement A9 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de Partij voor de Dieren bij de behandeling Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten: 36.3 Nadere regels gebiedsaanpak overbelaste gebieden veehouderij 1. Gedeputeerde Staten zijn bevoegd om nadere regels vast te stellen in afwijking van het bepaalde in deze verordening mits: a. op verzoek van de gemeente(n) die het aangaat; b. de regels een gebiedsgerichte aanpak bevatten om de overbelasting door veehouderijen terug te brengen; c. is aangegeven van welke regels afwijking wordt beoogd; d. afwijking van de regels inzake zorgvuldig ruimtegebruik als bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, en artikel 5 (ehs) is niet mogelijk. 2. In het geval nadere regels zijn vastgesteld treden deze regels in de plaats van de regels zoals opgenomen in deze verordening. Als volgt wordt gewijzigd: 36.3 Nadere regels gebiedsaanpak overbelaste gebieden veehouderij 1. Gedeputeerde Staten zijn bevoegd om nadere regels vast te stellen in afwijking van het bepaalde in deze verordening waardoor uitbreidingen van veehouderijen uitgesloten worden mits: a. op verzoek van de gemeente(n) die het aangaat of het een door de provincie aangewezen overbelaste gebied betreft, b. de regels een gebiedsgerichte aanpak bevatten om de overbelasting door veehouderijen terug te brengen; c. is aangegeven van welke regels afwijking wordt beoogd; d. afwijking van de regels inzake zorgvuldig ruimtegebruik als bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, en artikel 5 (ehs) is niet mogelijk. 2. In het geval nadere regels zijn vastgesteld treden deze regels in de plaats van de regels zoals opgenomen in deze verordening, met uitzondering van door de provincie aangewezen overbelaste gebieden als bedoeld in lid 1 sub b van dit artikel. Toelichting Door de bevoegdheid tot het stellen van nadere regels in door de provincie aangewezen overbelaste gebieden, kan de provincie waar nodig zelf maatwerk leveren in een gebiedsgerichte aanpak. (VERWORPEN) 814 KB
  41. rg. Amendement A11 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de Partij voor de Dieren bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten: dat aan artikel 36.3 Nadere regels gebiedsaanpak overbelaste gebieden veehouderij 1. Gedeputeerde Staten zijn bevoegd om nadere regels vast te stellen in afwijking van het bepaalde in deze verordening mits: a. op verzoek van de gemeente(n) die het aangaat; b. de regels een gebiedsgerichte aanpak bevatten om de overbelasting door veehouderijen terug te brengen; c. is aangegeven van welke regels afwijking wordt beoogd; d. afwijking van de regels inzake zorgvuldig ruimtegebruik als bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, en artikel 5 (ehs) is niet mogelijk. 2. In het geval nadere regels zijn vastgesteld treden deze regels in de plaats van de regels zoals opgenomen in deze verordening. De volgende tekst wordt toegevoegd: 36.3 Nadere regels gebiedsaanpak overbelaste gebieden veehouderij 1. Gedeputeerde Staten zijn bevoegd om nadere regels vast te stellen in afwijking van het bepaalde in deze verordening waardoor uitbreidingen van veehouderijen uitgesloten worden mits: a. op verzoek van de gemeente(n) die het aangaat; b. de regels een gebiedsgerichte aanpak bevatten om de overbelasting door veehouderijen terug te brengen; c. is aangegeven van welke regels afwijking wordt beoogd; d. afwijking van de regels inzake zorgvuldig ruimtegebruik als bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, en artikel 5 (ehs) is niet mogelijk. 2. In het geval nadere regels zijn vastgesteld treden deze regels in de plaats van de regels zoals opgenomen in deze verordening, met uitzondering van door de provincie aangewezen overbelaste gebieden als bedoeld in lid 1 sub b van dit artikel. 3. Daar waar het gaat om varkens- en pluimveebedrijven die op een afstand van minder dan 1000 meter van elkaar zijn gevestigd, kan geen sprake zijn van uitbreidingen in verband met risico's voor de volksgezondheid zoals zoönosen. Toelichting: In (mega)stallen hopen zich voor mensen schadelijke ziektekiemen op. Instituten als het RIVM (milieuhygiëne) en de Voedsel- en Warenautoriteit adviseren deze stallen tenminste 1 tot twee kilometer van elkaar te scheiden om het risico op verspreiding van dierziekten en het ontstaan van zoönosen zo klein mogelijk te houden. Door de bevoegdheid tot het stellen van nadere regels in door de provincie aangewezen overbelaste gebieden, kan de provincie waar nodig zelf maatwerk leveren in een gebiedsgerichte aanpak. (INGETROKKEN) 903 KB
  42. rga. Amendement A11a ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de Partij voor de Dieren bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 besluiten dat aan artikel Besluiten dat aan artikel 6.3 veehouderijen De volgende tekst wordt toegevoegd: 5. Daar waar het gaat om varkens- en pluimveebedrijven die op een afstand van minder dan 1000 meter van elkaar zijn gevestigd, kan geen sprake zijn van uitbreidingen in verband met risico's voor de volksgezondheid zoals zoönosen. 7.3 veehouderijen De volgende tekst wordt toegevoegd: 5. Daar waar het gaat om varkens- en pluimveebedrijven die op een afstand van minder dan 1000 meter van elkaar zijn gevestigd, kan geen sprake zijn van uitbreidingen in verband met risico's voor de volksgezondheid zoals zoönosen. Toelichting In (mega)stallen hopen zich voor mensen schadelijke ziektekiemen op. Instituten als het RIVM (milieuhygiëne) en de Voedsel- en Warenautoriteit adviseren deze stallen tenminste 1 tot twee kilometer van elkaar te scheiden om het risico op verspreiding van dierziekten en het ontstaan van zoönosen zo klein mogelijk te houden. Door de bevoegdheid tot het stellen van nadere regels in door de provincie aangewezen overbelaste gebieden, kan de provincie waar nodig zelf maatwerk leveren in een gebiedsgerichte aanpak. (VERWORPEN) 583 KB
  43. rh. Amendement A13 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van Partij voor de Dieren bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten dat artikel 1.96 zorgvuldige veehouderij een veehouderij die door het treffen van maatregelen, onder andere gericht op landschap, het verder sluiten van kringlopen op lokaal niveau, emissiebeperking en gezondheid voor mens en dier, ruimtelijk en maatschappelijk optimaal is ingepast in zijn omgeving als volgt wordt gewijzigd: 1.96 zorgvuldige veehouderij een veehouderij die door het treffen van maatregelen, onder andere gericht op landschap, het verder sluiten van kringlopen op lokaal niveau, emissiebeperking, gezondheid en welzijn voor mens en dier, ruimtelijk, maatschappelijk en ecologisch optimaal is ingepast in zijn omgeving. Toelichting: Welzijn van mens en dier gaat verder dan alleen gezondheid maar heeft tevens betrekking op bijvoorbeeld kwaliteit van leven en woonomgeving. Ecologische inpassing is van groot belang om de belangen van natuur een plaats te geven binnen de zorgvuldige veehouderij. (VERWORPEN) 507 KB
  44. ri. Amendement A14 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de Partij voor de Dieren bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten dat artikel: 4.11.1binnen gebouwen ten hoogste één bouwlaag gebruikt mag worden voor het houden van dieren, met uitzondering van volière- en scharrelstallen voor legkippen waar ten hoogste twee bouwlagen gebruikt mogen worden. als volgt wordt gewijzigd: 4.11.1 binnen gebouwen ten hoogste één bouwlaag gebruikt mag worden voor het houden van dieren; en: 6.3.lg is geborgd dat binnen gebouwen ten hoogste één bouwlaag gebruikt mag worden voor het houden van dieren, met uitzondering van voliëre- en scharrelstallen voor legkippen waar ten hoogste twee bouwlagen gebruikt mogen worden; als volgt wordt gewijzigd: 6.3.lg is geborgd dat binnen gebouwen ten hoogste één bouwlaag gebruikt mag worden voor het houden van dieren. en: 7.3.lg is geborgd dat binnen gebouwen ten hoogste één bouwlaag gebruikt mag worden voor het houden van dieren, met uitzondering van voliëre- en scharrelstallen voor legkippen waar ten hoogste twee bouwlagen gebruikt mogen worden; als volgt wordt gewijzigd: 7.3.lg is geborgd dat binnen gebouwen ten hoogste één bouwlaag gebruikt mag worden voor het houden van dieren; 34.4 tot het tijdstip dat een bestemmingsplan in overeenstemming is met artikel 4.11,6.3 en artikel 7.3, geldt voor veehouderijen de regel dat binnen gebouwen ten hoogste één bouwlaag gebruikt mag worden voor het houden van dieren, met uitzondering van voliere- en scharrelstallen voor legkippen waar ten hoogste twee bouwlagen gebruikt mogen worden. als volgt wordt gewijzigd: 34.4 tot het tijdstip dat een bestemmingsplan in overeenstemming is met artikel 4.11, 6.3 en artikel 7.3, geldt voor veehouderijen de regel dat binnen gebouwen ten hoogste één bouwlaag gebruikt mag worden voor het houden van dieren. Toelichting De totstandkoming van meer dan één bouwlaag in een veehouderijbedrijf is ongewenst, omdat het de doelstellingen voor een zorgvuldige veehouderij niet ondersteund en transitie moeilijker maakt. (VERWORPEN) 842 KB
  45. rj. Amendement A16 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de Partij voor de Dieren bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten dat artikel: 25.1 Beperkingen veehouderij 1. In afwijking van artikel 6.4 en artikel 7.4 (zorgvuldige veehouderij) geldt ter plaatse van de aanduiding Beperkingen veehouderij dat voornoemde artikelen alleen van toepassing zijn indien er sprake is van een veehouderij die blijvend beschikt over voldoende grond voor een veebezetting van 2,75 GVE per hectare of minder en mits voor het overige wordt voldaan aan voornoemde artikelen. Als volgt wordt gewijzigd: 25.1 Beperkingen veehouderij 1. In afwijking van artikel 6.4 en artikel 7.4 (zorgvuldige veehouderij) geldt ter plaatse van de aanduiding Beperkingen veehouderij dat voornoemde artikelen alleen van toepassing zijn indien er sprake is van een veehouderij die blijvend beschikt over voldoende grond voor een veebezetting van 2,00 GVE per hectare of minder en mits voor het overige wordt voldaan aan voornoemde artikelen. Toelichting Alleen bij een veebezetting van 2 CVE per hectare of minder is er sprake van een grondgebonden veehouderij; dit is een waardevol instrument in de transitie naar een zorgvuldige veehouderij en dient niet daarom ten alle tijden te worden gehandhaafd. (VERWORPEN) 521 KB
  46. rk. Amendement A19 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de Partij voor de Dieren bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten dat aan artikel: 3.1 Zorgplicht voor de ruimtelijke kwaliteit de volgende tekst wordt toegevoegd: De toelichting bij een bestemmingsplan dat voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk gebied bevat een verantwoording dat: is aangetoond dat de kans op geurhinder, voorgrond en achtergrond afzonderlijk beschouwd, op geurgevoelige objecten, in de bebouwde kom niet hoger is dan 12 % en in het buitengebied niet hoger is dan 20 % Toelichting: Als de norm voor de voorgrondbelasting van geur komt te vervallen, wordt de geurbelasting veroorzaakt door de veehouderij die voor dat geurgevoelige object dominant is niet meer berekend en groeit de kans op een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat in het Brabantse buitengebied. (VERWORPEN) 423 KB
  47. rl. Amendement A21 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de Partij voor de Dieren bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten dat aan artikel 6.2 van de verordening 6.2 (Vol1egronds)teeItbedrijven 1. Een bestemmingsplan gelegen in de groenblauwe mantel: a. kan voorzien in een vestiging van en omschakeling naar een (vollegronds)teeltbedrijf alsmede uitbreiding van een bestaand (vollegronds)teeltbedrijf, mits de toelichting een verantwoording bevat waaruit blijkt dat: 1. de omvang noodzakelijk is voor de agrarische bedrijfsvoering; ll. er een positieve bijdrage wordt geleverd aan de bescherming en ontwikkeling van de onderkende ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken; b. bepaalt dat de bouw of uitbreiding van kassen niet is toegestaan; 2. Een bestemmingsplan als bedoeld in het eerste lid kan binnen het bouwperceel voorzien in: a. de bouw of de uitvoering van permanente teeltondersteunende voorzieningen tot ten hoogste 3 hectare; b. een niet-agrarische functie overeenkomstig artikel 6.10 tot en met artikel 6.12. De volgende tekst wordt toegevoegd: 3. Het is verplicht om een cumulatieve toets uit te voeren waarin de effecten van uitbreidingen/omschakeling van teeltondersteunende voorzieningen op natura2000 gebieden in beeld zijn gebracht. Wanneer er nadelige effecten optreden op de natuur zullen uitbreidingen enlof omschakelingen niet mogelijk zijn. Toelichting: De nadelige effecten op de Brabantse Natura2000 van teeltondersteunende voorzieningen, omschakelingen en uitbreidingen zijn binnen de huidige verordening niet duidelijk in beeld. Het gaat daarbij specifiek om de cumulatieve effecten waarvan een duidelijk beeld ontbreekt. Middels een verplichte cumulatieve toets worden de eventuele negatieve effecten op Natura2000 gebieden beter in beeld gebracht. (VERWORPEN) 787 KB
  48. rm. Amendement A22 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de Partij voor de Dieren bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten dat artikel: dat aan artikel 7.2 van de verordening 7.2 (Vol1egronds)teeltbedrijven 1. Een bestemmingsplan dat is gelegen in de gemengd landelijk gebied: a. kan voorzien in een vestiging of een uitbreiding van een (vollegronds)teeltbedrijf mits de toelichting een verantwoording bevat waaruit blijkt dat de omvang noodzakelijk is voor de agrarische bedrijfsvoering; b. kan bepalen dat de bouw of uitbreiding van kassen tot ten hoogste 5000 m2 is toegestaan, mits uit een onderzoek in de omgeving van het initiatief blijkt dat er geen gebruik gemaakt kan worden van bestaande kassen. 2. Een bestemmingsplan als bedoeld in het eerste lid kan binnen het bouwperceel voorzien in: a. de bouw of de uitvoering van permanente teeltondersteunende voorzieningen; b. een niet-agrarische functie overeenkomstig artikel 7.10 tot en met 7.14. De volgende tekst wordt toegevoegd: 3. Het is verplicht om een cumulatieve toets uit te voeren waarin de effecten van uitbreidingen/omschakeling van teeltondersteunende voorzieningen op natura2000 gebieden in beeld zijn gebracht. Bij nadelige effecten op de natuur zullen uitbreidingen enlof omschakelingen niet mogelijk zijn. Toelichting De nadelige effecten op de Brabantse Natura2000 van teeltondersteunende voorzieningen, omschakelingen en uitbreidingen zijn binnen de huidige verordening niet duidelijk in beeld. Het gaat daarbij specifiek om de cumulatieve effecten waarvan een duidelijk beeld ontbreekt. Middels een verplichte cumulatieve toets worden de eventuele negatieve effecten op Natura2000 gebieden beter in beeld gebracht. (VERWORPEN) 620 KB
  49. rn. Amendement A24 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de Partij voor de Dieren bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten dat artikel: 5.6 Compensatie 2. De omvang van de compensatie wordt bepaald door de omvang van het vernietigde areaal waarbij een toeslag op de omvang van het vernietigde areaal wordt berekend, zowel in oppervlak, als in budget, te onderscheiden in de volgende categorieën: a. natuur met een ontwikkeltijd van 5 jaar of minder: geen toeslag; als volgt wordt gewijzigd: 5.6 Compensatie 2. De omvang van de compensatie wordt bepaald door de omvang van het vernietigde areaal waarbij een toeslag op de omvang van het vernietigde areaal wordt berekend, zowel in oppervlak, als in budget, te onderscheiden in de volgende categorieën: a. natuur met een ontwikkeltijd 5 jaar of minder: toeslag van tussen 116 in oppervlak, plus de gekapitaliseerde kosten van het ontwikkelingsbeheer; Toelichting Bij het ontvangen van rechten voor ontwikkelingen in de EHS behoort ook de plicht om bij te dragen aan de provinciale doelstelling van het realiseren van voldoende natuur. Daar waar een ontwikkeltijd van O tot 5 jaar aan de orde is, is daarom ook een toeslag op compensatie gewenst van 116 in oppervlak, plus de gekapitaliseerde kosten van het ontwikkelingsbeheer; (VERWORPEN) 562 KB
  50. ro. Amendement A25 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de Partij voor de Dieren bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten dat aan artikel: 7.5 Glastuinbouwbedrijven wordt toegevoegd: 7.5 Glastuinbouwbedrijven 4. Gedeputeerde Staten stellen nadere regels in verband met de ontwikkeling van een glasfonds. 5. De nadere regels bevatten criteria en minimaal een nader vast te stellen financiële bijdrage, per m2 uitbreiding aan glas, dat door de initiatiefnemer in een provinciaal knelpuntenfonds of glasfonds wordt gestort. Toelichting: Voor het sanering van glastuinbouw zijn onvoldoende middelen. Het toestaan van uitbreidingen is een uitzondering die alleen mogelijk is wanneer tevens een bijdrage wordt geleverd aan het saneren van het glastuinbouwareaal. (VERWORPEN) 424 KB
  51. rp. Amendement A26 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Onafhankelijke Statenfractie Noord-Brabant bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten om: - de aanhef van artikel 7.17 lid 3 als volgt te wijzigen: In afwijking van het tweede lid, onder c, kan een bestemmingsplan dat is gelegen in gemengd landelijk gebied, voorzien in de nieuwvestiging van een watergebonden voorziening, mits: - artikel 7.17 lid 4 als volgt te wijzigen: Voor een bestaande voorziening als bedoeld in het eerste of derde lid is artikel 7.10, tweede lid (redelijke uitbreiding), overeenkomstig van toepassing (UNANIEM AANGENOMEN) 973 KB
  52. rq. Amendement A27 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Onafhankelijke Statenfractie Noord-Brabant bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten om: de onderstaande leden van artikel 5.7 als volgt te wijzgen: 6. In afwijking van het vijfde lid, wordt indien sprake is van een aantasting van bedreigde soorten of hun leefgebied, de uitvoering van het compensatieplan afgerond op het moment dat de aantasting daadwerkelijk start. 7. In afwijking van het vijfde lid, kan indien er sprake is van een omvangrijke en zware compensatieverplichting, de uitvoering van het compensatieplan een termijn van maximaal tien jaar bedragen. 9. Voor het verschuldigd zijn van de boete bedoeld in het achtste lid is geen ingebrekestelling nodig. I I. Het college van burgemeester en wethouders dient jaarlijks gedurende de realisatietermijn bedoeld in het derde lid onder e, een voortgangsrapportage over de uitvoering van de compensatie in bij Gedeputeerde Staten. en gaan over tot de orde van de dag. (INGETROKKEN) 1.1 MB
  53. rr. Amendement A28 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Onafhankelijke Statenfractie Noord-Brabant bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten om: - De aanhef van artikel 6:13 lid 1 en 7:15 lid 1 als volgt te wijzigen: De zinsnede 'a, h, i en j' worden venlangen door de zinsnede 'a, h en i' (INGETROKKEN) 637 KB
  54. rra. Amendement A28a ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Onafhankelijke Statenfractie Noord-Brabant bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten om: - De aanhef van artikel 6:13 lid 1 en 7:15 lid 1 als volgt te wijzigen: De zinsnede `a, h, i en j` worden venlangen door de zinsnede `a, g en i` (UNANIEM AANGENOMEN) 413 KB
  55. rs. Amendement A29 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Onafhankelijke Statenfractie Noord-Brabant bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten om: De begrenzing van de Hollandse Waterlinie, zoals momenteel verankerd in de vigerende Verordening ruimte 2012, over te nemen in de voorliggende Verordening ruimte 2014. (INGETROKKEN) 1.8 MB
  56. rt. Amendement A30 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Onafhankelijke Statenfractie Noord-Brabant bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten om: - onderstaand artikel 7.20 in de voorliggende Verordening ruimte op te nemen 7.20 Wijziging van de begrenzing l. Gedeputeerde Staten kunnen, al dan niet in samenhang met artikel 6:18 lid Ib, de begrenzing van het gemengd landelijk gebied wijzigen 2. Het college van burgemeester en wethouders kan Gedeputeerde Staten verzoeken om de begrenzing van de gemengd landelijk gebied te wijzgen. Op het verzoek is de procedure zoals opgenomen in artikel 36.5 van toepassing. 3. Zodra Gedeputeerde Staten toepassing hebben gegeven aan het eerste lid, stelt de gemeenteraad binnen negen maanden nadien een bestemmingsplan vast indien dit nodig is om het bestemmingsplan in overeenstemming te brengen met de vastgestelde herbegrenzing en de bepalingen van dit hoofdstuk. - de zinsnede '7.20' toe te voegen in de opsomming in de aanhef van artikel 36.5 lid (VERWORPEN) 774 KB
  57. ru. Amendement A31 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Onafhankelijke Statenfractie Noord-Brabant bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten om: - lid 2b van artikel 7.5 van de voorliggende Verordening ruimte 2014 te schrappen. (VERWORPEN) 516 KB
  58. rv. Amendement A32 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Onafhankelijke Statenfractie Noord-Brabant bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten om: A - onderstaand artikel 6.19 (mestbewerking) in de Verordening ruimte 2014 in te voegen 1. In afwijking van artikel 6. 10 sluit een bestemmingsplan de vestiging en uitbreiding van mestbewerking uit. 2. Het eerste lid is niet van toepassing op mestbewerking fen behoeve van een op dezelfde locatie gevestigde veehouderij, mits dit vanuit het oogpunt van leefkwaliteit waaronder volksgezondheid, milieu en landschap inpasbaar is. B - om artikel 33 als volgt te wijzigen: 1. Tot het tijdstip waarop het bestemmingsplan dat in overeenstemming is met artikel 4.7, 6. 19 en artikel 7.12 (mestbewerking) in werking is getreden, geldt de regel dat de vestiging van mestbewerkingsactivifeifen alsmede de uitbreiding van bestaande mestbe werkingsactiviteiten is uitgesloten. 2. Tot het tijdstip waarop het bestemmingsplan dat in overeenstemming is met artikel 4.7, 6.19 en artikel 7.12 (mestbewerking) in werking is getreden, geldt voor mestbewerkingsactiviteifen de regel dat geen vergroting is toegestaan van: a. bebouwing die op 1 maart 2014 aanwezig of in uitvoering was, of b. bebouwing die mag worden gebouwd krachtens een verleende vergunning, of c. bebouwing die is gebaseerd op een vóór 1 maart 2014 ingediende volledige en ontvankelijke bouwaanvraag in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan 3. In afwijking van het eerste en tweede lid kan het college van Burgemeester en wethouders overeenkomstig arfikel 2. I , eerste lid, sub c, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een omgevingsvergunning verlenen, onder overeenkomstige toepassing van artikel 4.7, 6.19 of artikel 7.12 (mestbewerking). (INGETROKKEN) 1.1 MB
  59. rva. Amendement A32a ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Onafhankelijke Statenfractie Noord-Brabant bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten om: A - onderstaand artikel 6.19 (mestbewerking) in de Verordening ruimte 2014 in te voegen 1. In afwijking van artikel 6. 10 sluit een bestemmingsplan de vestiging en uitbreiding van mestbewerking uit. 2. Het eerste lid is niet van toepassing op mestbewerking fen behoeve van een op dezelfde locatie gevestigde veehouderij, mits dit vanuit het oogpunt van leefkwaliteit waaronder volksgezondheid, milieu en landschap inpasbaar is. B - om artikel 33 als volgt te wijzigen: 1. Tot het tijdstip waarop het bestemmingsplan dat in overeenstemming is met artikel 4.7, 6. 19 en artikel 7.12 (mestbewerking) in werking is getreden, geldt de regel dat de vestiging van mestbewerkingsactivifeifen alsmede de uitbreiding van bestaande mestbe werkingsactiviteiten is uitgesloten. 2. Tot het tijdstip waarop het bestemmingsplan dat in overeenstemming is met artikel 4.7, 6.19 en artikel 7.12 (mestbewerking) in werking is getreden, geldt voor mestbewerkingsactiviteifen de regel dat geen vergroting is toegestaan van: a. bebouwing die op 1 maart 2014 aanwezig of in uitvoering was, of b. bebouwing die mag worden gebouwd krachtens een verleende vergunning, of c. bebouwing die is gebaseerd op een vóór 1 maart 2014 ingediende volledige en ontvankelijke bouwaanvraag in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan 3. In afwijking van het eerste en tweede lid kan het college van Burgemeester en wethouders overeenkomstig arfikel 2. I , eerste lid, sub c, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een omgevingsvergunning verlenen, onder overeenkomstige toepassing van artikel 4.7, 6.19 of artikel 7.12 (mestbewerking). (VERWORPEN) 1.1 MB
  60. rw. Amendement A33 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Onafhankelijke Statenfractie Noord-Brabant bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten om artikel 38 als volgt te wijzigen: 1. Gedeputeerde Staten zenden elke bestuursperiode aan Provinciale Staten een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze verordening in de praktijk. 2. In afwijking van het eerste lid zenden Gedeputeerde Staten binnen twee en een half jaar na inwerkingtreding van deze verordening een tussentijdse evaluatie aan Provinciale Staten over de doeltreffendheid en de effecten van de koerswijziging ten aanzien van de veehouderij. (VERWORPEN) 653 KB
  61. rx. Amendement A38 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van GroenLinks, D66 en Partij voor de Dieren bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 besluiten: Het verzoek van de gemeente Cranendonck om voor de meerwaardenpraktijk Hof van Cranendonck de aanduiding Integratie stadland op te nemen * te honoreren en de reeds aangebrachte wijzigingen (bijlage 4, nota van wijzigingen dd 17/12/2013, pg 8; bijlage 7a Atlas hoofdstructuren, pag. 11, voor zover betrekking hebbend op Hof van Cranendonck)) te verwijderen, zodat de oorspronkelijke gebiedsaanduiding gehandhaafd blijft. Toelichting: - De motivatie die wordt gegeven om het verzoek tot kaartaanpassing van de gemeente Cranendonk nu* reeds te honoreren is dat er een uitgebreid gemeentelijk traject is doorlopen. Dit klopt niet met de feiten. Het verzoek is door de gemeente ingediend zonder de gemeenteraad hierover te informeren. - In de zienswijze van de gemeente Cranendonck wordt gesteld dat GS in januari 2013 Hof van Cranendonck als meerwaarde project heeft aangewezen. In augustus 2013 zijn deze plannen - fors uitgebreid - bijgesteld. Bij gebieden Integratie stad-land is het van groot belang dat de recreatieve ontwikkeling zorgvuldig wordt ingepast in de omgeving en gedragen wordt door de omwonenden. De zorgen van de omwonenden over deze zorgvuldige inpassing - zoals onder meer kenbaar gemaakt via een petitie - maken duidelijk dat de ontwikkeling niet wordt gedragen door (een deel van) de omgeving. Reden temeer om in het kader van de democratische besluitvorming nu geen uitzondering te maken voor de aanpassing van de kaart in dit gebied. Veel anderen gemeenten hebben bij de inspraak een verzoek ingediend om kaartaanpassing. Geen van deze verzoeken wordt nu meegenomen. Voor Cranendonck wordt op dit punt een uitzondering gemaakt. (VERWORPEN) 765 KB
  62. ry. Amendement A39 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de PVV bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij PS besluiten: het Herzien Ontwerpbesluit 03/14F, Verordening Ruimte 2014 als volgt te wijzigen: - Artikel 4.7 lid 2 onder a de passage `in Brabant` te wijzigen in: `in Noord-Brabant` - Artikel 7.12 lid 3 onder b de passage `in Brabant` te wijzigen in: `in Noord-Brabant` Toelichting: De officiële naam van onze provincie is Noord-Brabant en dient als zodanig ook in de Verordening Ruimte beschreven te worden. (AANGENOMEN) 313 KB
  63. sa. Motie M4 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van het CDA en de SP bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten verzoeken om in overleg te treden met de staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken om te komen tot een actuele update van het Verbond van Den Bosch en met name de retailsector te dwingen te bewegen hun toezeggingen na te komen zodat niet alleen de primaire sector de rekening moet betalen van de maatschappelijke duurzaamheidswensen. (INGETROKKEN) 540 KB
  64. saa. Motie M4a ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van het CDA en de SP bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten verzoeken om in overleg te treden met de staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken om te komen tot een actuele update van het Verbond van Den Bosch en met name de retailsector te bewegen hun toezeggingen na te komen zodat niet alleen de primaire sector de rekening moet betalen van de maatschappelijke duurzaamheidswensen. (AANGENOMEN) 552 KB
  65. sb. Motie M5 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de PVV bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij ze uitspreken: dat verruiming van het zoekgebied voor windenergie niet wenselijk is en van een bijstelling van dit beleid moet worden afgezien. (VERWORPEN) 493 KB
  66. sc. Motie M6 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de PVV bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten op roepen: Geen medewerking te verlenen aan de uitbreiding van het woonwagenkamp in de groen-blauwe mantel van het Eindhovense Dommeldal, (VERWORPEN) 485 KB
  67. sd. Motie M7 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van de PVV en GroenLinks bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten verzoeken: geen medewerking te verlenen aan het bestemmingsplan voor het Dommelkwartier zolang de gemeente Valkenswaard de beschikbare inbreidingslocaties nog niet benut heeft. (VERWORPEN) 535 KB
  68. se. Motie M8 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de PVV bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten opdragen: iedere nadere bepaling ter stimulering en ondersteuning van windenergie uit de Structuurvisie ruimtelijke ordening en Verordening ruimte te schrappen. (VERWORPEN) 1.1 MB
  69. sf. Motie M9 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de PVV bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten oproepen: Om de Verordening Ruimte zodanig aan te passen dat carnavalsverenigingen hun nishutten voor de bouw van carnavalswagens permanent, danwel voor langere tijd, kunnen laten staan -ook buiten het agrarische bouwvlak. (VERWORPEN) 4.1 MB
  70. sg Motie M10 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de Partij voor de Dieren bij de behandeling van Statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 en Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten verzoeken: - Zorg te dragen voor een daling van de totale uitstoot van geur, ammoniak en fijnstof in Noord- Brabant en dat de latente ruimte die hierdoor ontstaat wordt vastgelegd; - De vergunde uitstoot van veehouderijen te monitoren door deze maandelijks per gemeente te berekenen, teneinde vast te kunnen stellen of de vergunde uitstootrechten daadwerkelijk dalen in nieuw beleid ten aanzien van geur, ammoniak en fijnstof; - Het huidige aantal vergunde rechten als startpunt te hanteren naar een vermindering van de uitstoot van geur, ammoniak en fijnstof. (VERWORPEN) 1.2 MB
  71. sh. Motie M11 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van de PvdA, 50Plus en de SP bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten verzoeken om In de vervolgversies BZV steeds hogere eisen te stellen met het doel zo snel als mogelijk uiteindelijk antibioticavrije productie van vlees in Noord-Brabant te krijgen. (INGETROKKEN) 425 KB
  72. sha. Motie M11a ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van de PvdA, 50Plus, SP en VVD bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten verzoeken om In de vervolgversies via BZV te stimuleren zo snel als mogelijk uiteindelijk antibioticavrije productie van vlees in Noord-Brabant te krijgen. (UNANIEM AANGENOMEN) 512 KB
  73. si. Motie M12 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van de PvdA en 50Plus bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 en statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten opdragen om tijdig voor de start van de dialogen in urgentiegebieden - volledig in kaart te brengen op welke wijze: - of en op welke wijze een gezondheidsadvies over het plan van aanpak verplicht gesteld kan worden; - de bewoners in overbelaste gebieden over professionele ondersteuning kunnen beschikken in de dialoog; - om vervolgens op basis van deze analyse, indien van toepassing, voldoende financiële middelen vrij te maken in de voorjaarsnota 2014 en vervolgens begroting 2015 waardoor het proces rondom de aanpak van urgentiegebieden in Noord-Brabant meer kans van slagen krijgt. (INGETROKKEN) 630 KB
  74. sj. Motie M13 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van de PvdA en 50Plus bij de behandeling van Statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 en Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten opdragen om in 2014: Beleid te ontwikkelen m.b.t. het opstellen van richtlijnen over afstanden tussen woningen en veehouderijen en tussen diverse vormen van veehouderij; Instrumentarium te ontwikkelen voor gemeenten, dat zij in lokaal beleid kunnen inzetten als onderdeel van de plannen van aanpak die voor urgentiegebieden opgesteld gaan worden. (VERWORPEN) 524 KB
  75. sk. Motie M14 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van de PvdA, 50Plus en de SP bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 en statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten opdragen om met spoed in voorjaar 2014 de belemmeringen in kaart te brengen én; bij de Rijksoverheid aan te dringen op aanpassing van de regelgeving al dan niet in de vorm van een pilotstatus voor Noord-Brabant. (VERWORPEN) 609 KB
  76. sl. Motie M15 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van D66, PvdA, 50Plus en de PVV bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten verzoeken: - De bestaande monitoring van de aantallen verleende vergunningen uit te breiden met inzicht over de toepassing van de BZV - De bestaande monitoring uit te breiden met informatie over de vergunningverlening in overbelaste gebieden. (VERWORPEN) 520 KB
  77. sm. Motie M16 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van GroenLinks bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 en statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 waarbij ze de Griffier verzoeken: een concept-Referendum Verordening voor te bereiden die dit mogelijk maakt en deze op korte termijn voor te leggen aan de Statencommissie voor Economische Zaken en Bestuur. (VERWORPEN) 472 KB
  78. sn. Motie M18 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van D66 en de PvdA bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 en statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten verzoeken: De overlast gebieden waarbinnen de potentiele urgentiegebieden en impactgebieden liggen voorlopig te begrenzen en deze aan te wijzen als urgentiegebied Deze motie om te zetten in een juridisch correcte tekst die ingepast wordt in de Vro 20 14 voor publicatie in het Provinciaal Blad. (INGETROKKEN) 905 KB
  79. so. Motie M19 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfractie van de PvdA bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 en statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 waarbij ze Gedeputeerde Staten opdragen: - om gedurende de "interim-periode" geen grond van de provincie te verkopen waarop een agrarische bestemming veehouderij staat in gebieden waarvan redelijkerwijs verwacht mag worden dat ze straks als urgentiegebied worden aangewezen. (INGETROKKEN) 458 KB
  80. sp. Motie M21 ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van de PvdA, Partij voor Dieren, PVV, 50PLUS, Onafhankelijke Statenfractie Noord-Brabant, GroenLinks en CDA bij de behandeling van Statenvoorstel 03/14 over de Verordening ruimte 2014 en statenvoorstel 02/14 over de Structuurvisie RO 2010 – partiële herziening 2014 waarbij Gedeputeerde Staten uitspreken: - dat (co)financiering voor mestvergisters niet past in het provinciaal beleid en dat zij vinden dat beleidsstukken hierop moeten worden aangepast. - om gedurende de "interim-periode" geen grond van de provincie te verkopen waarop een agrarische bestemming veehouderij staat in gebieden waarvan redelijkerwijs verwacht mag worden dat ze straks als urgentiegebied worden aangewezen. (VERWORPEN) 533 KB

6.1 Vragen voor het vragenuurtje tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door dhr. A.C.J.M. van Vught namens de statenfractie van het CDA over de opwaardering van de Maaslijn en het beschikbaarstellen van een bijdrage daarvoor.

6.2 Vragen voor het vragenuurtje tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door dhr. A.J.H. Wijers namens de statenfractie van de VVD over het rekenprogramma dat is gehanteerd bij de weging van de biedingen op de OV concessies.

7.1 Motie M1 over een niet geagendeerd onderwerp ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van het CDA, VVD, SP, PVV, PvdA, D66 en 50PLUS waarbij ze Gedeputeerde Staten verzoeken: - na te gaan via de brancheorganisaties hoe groot de verliezen zijn, die de Brabantse economie ondervindt als gevolg van deze accijnsverhogingen, - het Kabinet onmiddellijk per openbare brief te vragen om de accijnsverhoging al in februari te evalueren, omdat dan de accijnsopbrengsten van januari al bekend zijn en een inschatting gemaakt kan worden van de effecten, - het Kabinet te verzoeken snel maatregelen te nemen indien de accijnsverhoging forse negatieve effecten heeft op de grensregio`s, - een afschrift van deze motie te doen toekomen aan de leden van de Staten-Generaal in Den Haag; (UNANIEM AANGENOMEN)

Bijlagen

  1. Motie M1 over een niet geagendeerd onderwerp ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van het CDA, VVD, SP, PVV, PvdA, D66 en 50PLUS waarbij ze Gedeputeerde Staten verzoeken: - na te gaan via de brancheorganisaties hoe groot de verliezen zijn, die de Brabantse economie ondervindt als gevolg van deze accijnsverhogingen, - het Kabinet onmiddellijk per openbare brief te vragen om de accijnsverhoging al in februari te evalueren, omdat dan de accijnsopbrengsten van januari al bekend zijn en een inschatting gemaakt kan worden van de effecten, - het Kabinet te verzoeken snel maatregelen te nemen indien de accijnsverhoging forse negatieve effecten heeft op de grensregio`s, - een afschrift van deze motie te doen toekomen aan de leden van de Staten-Generaal in Den Haag; (UNANIEM AANGENOMEN) 128 KB

7.2 Motie M3a over een niet geagendeerd onderwerp ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van PvdA, VVD, SP, PVV, D66, GroenLinks, 50Plus, Partij voor de Dieren en het CDA waarbij ze Gedeputeerde Staten verzoeken: - In overleg te treden met de gemeenten die langs de Brabantroute zijn gelegen en de provincies Zuid-Holland, Brabant en Limburg. - Gezamenlijk de bezwaren tegen de (tijdelijke) toename van het aantal transporten van gevaarlijke stoffen over de Brabantroute over te brengen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur & Milieu en de Tweede Kamer. (UNANIEM AANGENOMEN)

Bijlagen

  1. Motie M3a over een niet geagendeerd onderwerp ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van PvdA, VVD, SP, PVV, D66, GroenLinks, 50Plus, Partij voor de Dieren en het CDA waarbij ze Gedeputeerde Staten verzoeken: - In overleg te treden met de gemeenten die langs de Brabantroute zijn gelegen en de provincies Zuid-Holland, Brabant en Limburg. - Gezamenlijk de bezwaren tegen de (tijdelijke) toename van het aantal transporten van gevaarlijke stoffen over de Brabantroute over te brengen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur & Milieu en de Tweede Kamer. (UNANIEM AANGENOMEN) 97 KB
  2. Motie M3 over een niet geagendeerd onderwerp ingediend tijdens de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014 door de Statenfracties van PvdA, VVD, SP, PVV, D66, GroenLinks, 50Plus en Partij voor de Dieren waarbij ze Gedeputeerde Staten verzoeken: - In overleg te treden met de gemeenten die langs de Brabantroute zijn gelegen en de provincies Zuid-Holland, Brabant en Limburg. - Gezamenlijk de bezwaren tegen de (tijdelijke) toename van het aantal transporten van gevaarlijke stoffen over de Brabantroute over te brengen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur & Milieu en de Tweede Kamer. (INGETROKKEN) 92 KB

10 Vastgestelde notulen van de vergadering van Provinciale Staten d.d. 7 februari 2014.