Amendementen kunnen tot het sluiten van de beraadslagingen ingediend worden.

Formulering en toelichting

U kunt voor een amendement gebruikmaken van een standaardsjabloon. Elk Statenlid is verantwoordelijk voor de formulering van het amendement. Om te voorkomen dat een amendement niet uitvoerbaar is of niet juist geformuleerd, kan een medewerker van de griffie u helpen met redigeren. De griffie kijkt alleen naar technische zaken. U bepaalt zelf de politieke strekking en bent daarvoor ook zelf verantwoordelijk. Het staat u vrij om met andere Statenleden (eventueel met meerdere fracties) amendementen op te stellen.

Indiening

Amendementen kunt u, schriftelijk en ondertekend, indienen tijdens de Statenvergadering. U kondigt uw amendement aan, licht het indien nodig toe, en overhandigt het aan de voorzitter van de vergadering. De voorzitter neemt het amendement in ontvangst en laat het deel uitmaken van de beraadslagingen. De griffier stelt het amendement digitaal beschikbaar aan de Statenleden. Het amendement wordt opgenomen in het Stateninformatiesysteem (SIS) op noordbrabant.bestuurlijkeinformatie.nl/.

Behandeling

Tijdens de vergadering kunnen andere Statenleden reageren op het amendement. Het is de bedoeling dat Gedeputeerde Staten na de eerste of tweede termijn van Provinciale Staten een oordeel geven over het amendement. Als het college vindt dat uitvoering van het amendement nadelig is voor het beleid of strijdig met ander beleid, ontraadt het college het amendement. Vindt het college het amendement acceptabel, dan geeft het college aan geen bezwaar te hebben tegen het amendement. Om het ontwerpbesluit daadwerkelijk te kunnen wijzigen moet een meerderheid van de Staten een amendement hebben aangenomen bij de stemmingsprocedure.

Wijziging en intrekking

Het Statenlid dat een amendement heeft ingediend kan het amendement na het oordeel van Gedeputeerde Staten wijzigen of intrekken. Vóór aanvang van de stemming kan de indiener ieder amendement zonder toelichting intrekken. Dit gebeurt door dit te melden aan de leden van de vergadering. Als een Statenlid een amendement wil wijzigen kan dit alleen door een nieuw, gewijzigd amendement in te dienen. Wijziging van een amendement is mogelijk tot aan het moment dat de beraadslaging over een onderwerp gesloten wordt. Een uitzondering hierop vormen heel kleine wijzigingen (zoals verschrijvingen en kennelijke vergissingen). Deze kan de indiener mondeling inbrengen of toelichten aan de vergadering.

Stemmingen

De voorzitter brengt eerst de eventuele amendementen in stemming. In principe wordt de volgorde van indiening aangehouden, tenzij de verstrekkendheid van het amendement aanleiding geeft de volgorde aan te passen. De griffier doet hiervoor een voorstel. Na de stemmingen over de amendementen wordt er gestemd over het ontwerp-besluit bij het Statenvoorstel, gevolgd door stemmingen over de eventueel ingediende moties. Voorafgaand aan de stemmingen is een belsignaal hoorbaar. Het is van belang dat Statenleden aanwezig zijn tijdens stemprocedures. Anders wordt hun stem niet meegeteld.

Subamendementen

Statenleden kunnen ook subamendementen indienen. Deze zijn een aanvulling op, of uitbreiding van een amendement. Voor subamendementen gelden dezelfde regels als voor amendementen. Voor de overzichtelijkheid is het aan te raden het gebruik van subamendementen zoveel als mogelijk te beperken.

Zie ook: Ambtelijke bijstand, Mondelinge vragen tijdens StatenvergaderingMoties, Stemmingen, Technische vragen